Gedichten

[image;218;980|NL|link;largeImage;org|nvt|]

Mijn venster 
lijst het uitzicht in
iedere dag 
de huizen 
de bomen 
het gras 
en verstoft licht 
laat een vogel 
in diagonale vlucht 
roekeloos 
en zo vanzelfsprekend 
sneller 
dan mijn besef 
dat het blad 
ook dood eindigt 
is een kalme groet 
langs mijn gezicht 
vlees over been 
ik levend ik
en denk 
dit is 
een station 
met een klok voor 
geduld 
voor een dagdromer
dat lukt 
zonder eenzaam te zijn ook zonder vogel 
en zonder blad 

Tekst en uitleg
op de tong 
smaken naar niets 
delen mee dat 
teksten verwarmen niet 
dan schrijf je op 
laat mij winters toegedekt 
en geborgen zijn 
mis ik het vuur 
blijft toch het bloed hoorbaar
teksten drink je niet 
al schrijf je het water tot 
aan de lippen 
blijft de dorst 
vijf letters 
tekst 
duizend regels niets 
zinnen zonder ledematen 
hoofd en geslacht 
niets 
schrijf ik je liever 
geef ik je liever 
zomaar een zoen

[image;217;300|NL|link;largeImage;org|nvt|]

Kijk in mijn handen 
wat levensscherpe scherven
van een bijeengeraapte dag
nu het avond is 
geen concert 
geen klank 
ik kan hier niets van maken 
dan een tot prop gekneed 
kalenderblad 
misschien 
is deze dag nog iets 
met die vier gele blaadjes 
in mijn hand 
van een moe gebloeide bloem
en driemaal ging de telefoon
die ik niet wilde 
in mijn bedorven oor van radio
kijk ik in mijn napratende spiegel
zie ik de onrust rond mijn lamp
het witte spook van cigaretten
twee maal mijn handen 
twee maal mijn hoofd 
vallen hoop ik samen 
nu in de donkere doos
van de slaap

De deur sluit 
gehoorzaam de reis af

korte vleugels 
ongeschonden 
aan mijn kapstok 

de kamer in een 
bijna voltooide 
fijn gebreide avond 

lichtdruppels glijden 
van de naaimachine 

de stoel steekt 
met staken hoog 
een houten spook 

een kille grap 

hoor ik het afgemeten tellen
van het kristallen water 

van rust tot rust 
de kraan 

anders dan het meetlint 
van de dood 

lig ik tussen de borsten van
de sofa

richt mijn wijsvinger met 
de natte neus van een hond 
op het scheermes 

morgenvroeg 
ben jij een vlijmscherp licht vuur
langs mijn gezicht
en wij zingen samen